Overslaan en naar de inhoud gaan
Vijver in de natuur
Kering en Delta wandelen naar Scherpenheuvel

Op bedevaart naar Scherpenheuvel

In 2018 ondernamen afdelingen Kering en Delta samen met patiënten een voettocht van 47 km naar Scherpenheuvel. Wat eerst onmogelijk leek, werd een hartverwarmend en onvergetelijk project.

Je start met een idee, maar al snel is de roes voorbij. Het zou te waanzinnig zijn en zeker op een afdeling voor psychosezorg niet haalbaar. Toch besloten Kering en Delta een wandelclub op te richten. Niet dat iemand echt geloofde dat het zou lukken, maar het idee werd gesmaakt en er was enthousiasme alom. De wandelclub kreeg de naam ‘Van ’t padje’. Wat vanaf dan ontstond, was hartverwarmend. Patiënten en medewerkers beslisten samen welke wandelweg te nemen, welke voorbereiding nodig was, welke lichamelijke training ze moesten doen, … Zij die niet mee wilden stappen, leverden ook graag hun bijdrage.

Weken op voorhand maakten ze samen oefenwandelingen, vulden EHBO-kisten aan, wasten hun sokken nog eens goed, wisselden schoenen uit, raadpleegden wandelkaarten en ontwierpen T-shirts en een vlag. De dag voordien smeerden ze broodjes en bakten wraps voor de bevoorrading. Uiteindelijk vertrokken ze op woensdagavond 30 mei 2018 om 23:00 uur. Na een lange nacht en een tocht van meer dan 14 uur bereikten ze de volgende dag om 14:00 uur de basiliek. In totaal namen 23 mensen deel. Sommigen wandelden 48 km, anderen 28 km en de laatste groep sloot aan en wandelde de laatste 18 km mee.

Het kostte, vaak letterlijk, bloed, zweet en tranen, maar de aankomst maakte alles goed. Pijnlijke voeten, vermoeide benen en samen een onmogelijke opdracht vervullen, doen je naar elkaar groeien. Er volgden succesverhalen over zelfrespect, grenzen verkennen en verbinding maken met de ander. Een deelnemer vertelde achteraf: ‘Ik heb nog dagen mijn pijnlijke voeten gevoeld, maar mijn hoofd is in die dagen nog nooit zo leeg geweest.’

Ook Benny Renders wandelde mee: ‘De voettocht was een grote uitdaging. Het regende heel hard. We zijn een keer gestopt bij een brandweerpost, daar kregen we koffie en heb ik een dutje gedaan. Daarna kon ik bijna niet meer recht komen. Mijn hazelaarstok nam ik mee, dat is een toverstok. Die heb ik ter ere van moemoe gedragen. Ze heeft me 12 jaar lang opgevoed. Vroeger stond er een hazelaar in de tuin op onze boerderij in Tielen. Aangekomen in Scherpenheuvel heb ik mijn staf in de grond geplant en een kaars gebrand. Hij is helemaal geaard en heeft een boodschap achtergelaten voor moemoe. De tocht heeft me goed gedaan, de spanning was weg. Ik had ook muziek bij en ik voelde me vrij. Die rust had ik nodig om tot mezelf te komen.’