Overslaan en naar de inhoud gaan
Man met stigWa-stempel op het voorhoofd

Ik herinner mij nog goed, de eerste keer dat ik in de psychiatrie belandde. Ik was 19 jaar en student. Ik heb pas na twee weken durven zeggen tegen mijn medestudenten dat ik in de psychiatrie zat. Ik was zo bang voor hun reactie. Zouden ze nog met mij willen omgaan? Wat zullen ze denken over mij? De reacties vielen ook niet zo goed mee. Alleen mijn dichtste vriendinnen kwamen mij bezoeken. Ik zei dat ik dit heel leuk vond en dat ze mij meer mochten bezoeken. Wat een teleurstelling toen ze wegbleven. De volgende maanden kreeg ik van niemand meer bezoek. Ik voelde me eenzaam.

Toen ik terug thuis was, zochten sommige vriendinnen mij terug op. Mijn beste vriendin zorgde ervoor dat ik opnieuw in de maatschappij integreerde. We deden opnieuw gewone zaken zoals ieder jongvolwassene. Ook met andere vrienden deed ik terug leuke dingen zoals festivals doen, uitgaan, naar de film gaan, enzovoort.

Tot ik weer in een diep gat belandde. Ik moest  terug opgenomen worden, deze keer in Zoersel. Ook deze keer duurde het een week voor ik dit durfde te  zeggen aan de vrienden die ik nog overhad. Weer uit angst om afgewezen te worden. Mijn beste vriendin reageerde nog positief en beloofde mij te bezoeken. Mijn andere vrienden waar ik zo graag mee naar festivals ging, lieten mij compleet vallen. Ik kreeg te horen dat ik terug in een instelling zat en dat zij niks meer met mij wilden doen want ze wilde die verantwoordelijkheid niet nemen. Wat als er iets gebeurde met mij? Ik was razend! Ook al zit ik in een instelling, wat verandert dit aan mijn gedrag? Waarom vonden zij dat ik nu een extra last was? Het gevolg van dit alles was dat ik alleen nog maar meer in de put belandde. Ik was toch maar een ‘psychiatrisch persoon’.

In die tijd kwamen mijn beste vriendin en een goede vriend mij bezoeken. Zij namen mij in het weekend mee om leuke dingen te doen. Ik ben hen hier dan ook heel dankbaar voor. Voor hen maakte het niet uit dat ik in de psychiatrie zat. Ik bleef toch dezelfde?!

Na een paar maanden heb ik het aangedurfd om mijn medestudenten nog eens uit te nodigen bij mij thuis. Ik heb hen toen alles verteld: mijn opnames, mijn gedwongen opnames, mijn zelfmoordpogingen, mijn automutilatie, … Mijn mede studenten schrokken verschrikkelijk. Dit hadden ze nooit verwacht! Ze kregen allemaal schuldgevoelens  en vonden het zo erg dat ze mij niet meer hadden bezocht.

Sinds ik hier eerlijk over praat, spreek ik om de zoveel tijd af met mijn medestudenten. Mijn beste vrienden blijven mij steunen. De vrienden van de festivals zie ik niet meer. Ik vind het spijtig, maar eigenlijk zijn ze mij niet waard. Het beste nieuwe is,  dat ik nu zelfs een vriend heb die mij neemt zoals ik ben. Of ik in een instelling zit of niet, het is de persoonlijkheid die telt, aldus mijn vriend.

M.