Overslaan en naar de inhoud gaan

George Meertens

Corpus Intimus

datum: 29 november tot 31 maart 2019

techniek: olieverf op doek

website: Bezoek de website van George Meertens

Inleiding door Eric Rinckhout bij opening van de tentoonstelling Corpus Intimus van George Meertens

Geacht publiek,

Een recent Amerikaans onderzoek, gepubliceerd in 2016 in het tijdschrift ‘Psychology of Aesthetics, Creativity, and the Arts’ komt tot de vaststelling dat een museumbezoeker gemiddeld tien seconden voor een kunstwerk blijft staan. In vergelijking met de resultaten van een onderzoek uit 2001 wordt er iets meer tijd per kunstwerk besteed, maar dat komt omdat er nu ‘arties’ worden genomen: selfies met een kunstwerk op de achtergrond.

Ik besef het wel: met statistiek kan je alles bewijzen en gemiddelden betekenen weinig. Je kan verdrinken in een zwembad van gemiddeld tien centimeter diep.

Maar toch.

Zelfs zonder onderzoek weten we dat het gros van de museumbezoekers zaal na zaal afhandelt en hooguit vluchtig kijkt naar kunst. Er gewéést zijn, is belangrijk. Dat soort bezoek zorgt er alleen maar voor dat de toeschouwer moe, uitgeput, onbevredigd, meestal met een tollend hoofd en ook nog eens volslagen beeld-blind het museum verlaat. En niet van plan is er ooit nog terug te keren. Terwijl uitgerekend langzaam kijken naar kunst energie, genot en kennis kan opleveren.

Meer zelfs, veel meer zelfs. Inzicht, zelfkennis, rust, maar ook angst en vreugde, uiteenlopende emoties, ja ook loutering, om de titel te gebruiken van een reeks van 9 schilderijen, die George Meertens in 2016 toonde in het kunstinitiatief PARK in Tilburg.

George Meertens is een Nederlandse schilder en beeldend therapeut, die woont en werkt in Breda. Zijn werk was onder meer te zien in Kairos Castle in 2017 in het Kasteel van Gaasbeek en in Silence Out Loud, een groepstentoonstelling die Joost Zwagerman in 2015 samenstelde in Museum Kranenburgh in het Noord-Hollandse Bergen.

George toont in elim 14 schilderijen. Tot 31 maart 2019. En daarover wil ik het nu met u hebben.

Tijd. Tijd is essentieel om de op het eerste gezicht monochrome doeken van George Meertens te bekijken, te ervaren en te doorgronden. Om opgenomen te worden in zijn wereld, maar ook om onze eigen gedachten en emoties te ervaren.

Die tijd is in de eerste plaats nodig om te zien wàt George Meertens geschilderd heeft. Ons oog heeft gewoonweg tijd nodig. Het gaat immers niét om monochrome vlakken: hoe langer we kijken hoe meer diepte en kleurnuances we ontdekken.

Zijn schilderijen bevatten veel lagen. Lagen van verf en betekenis. Lagen van tijd. Want verf is gestolde tijd, opgedroogde tijd. In elk schilderij sluimert de eigen geschiedenis en is soms de opbouw zichtbaar.

George Meertens schildert met olieverf, een traag drogend medium, in tegenstelling tot bijvoorbeeld acryl. Elke kunstenaar heeft zo zijn of haar voorkeuren, George houdt van die lange droogtijd. Hij zet soms enkele schilderijen tegelijkertijd op, en dan moet hij wachten tot de grondlaag droog is.

Tijdens dat droogproces verandert er veel. In de verf, bijvoorbeeld. Verf verandert van kleur, kan een ander uitzicht krijgen dan toen ze nog nat was. Het zijn onvoorspelbaarheden die het verdere creatieve proces, het verdere schilderen diepgaand kunnen beïnvloeden.

Ik citeer in dat verband graag de wijze woorden van Raoul De Keyser, de éminence grise onder de Belgische schilders, die enkele jaren geleden op z’n 82ste overleed.

“Het werk dicteert u, ge beslist niet zelf. Ge hebt iets in uw hoofd en tijdens het schilderen gebeurt er toch iets anders. Dat is de ervaring die ge meemaakt. Niet alles ligt dus vast. Onderweg kan er van alles gebeuren. Ge moet oog hebben voor het accident, het toeval. Een moeilijk moment is: wanneer moet ge stoppen? Ge kunt te ver gaan en een schilderij kapotschilderen.”

George Meertens zei, twee weken geleden in zijn atelier in een voormalige school in Breda: “Je moet het onbewuste toelaten. Ik kan niet beredeneerd werken.”

Natuurlijk zijn er moeilijke momenten. Ook schilders kunnen een ‘writers’ block’ hebben. Ze zitten vast en kunnen niet voort. Maar, liet George Meertens erop volgen: “De mooiste resultaten bereik je als de crisis het grootst is.”

Tijd. Het woord is al vaak gevallen en het is cruciaal.

Schilderen is een oud ambacht, het heeft een lange geschiedenis. Schilderen gaat traag, en staat haaks op onze voorthollende tijd. Schilderen is een stil en tegendraads protest, in een tijd waarin een storm van beelden om ons heen waait, een tijd van beeldflitsen en instagram waar foto’s zelfs maar enkele seconden of fracties van seconden zichtbaar blijven.

De schilder besteedt veel tijd aan zijn schilderijen, die tijd is tastbaar en daar moeten we ons dan ook voor openstellen.

In een mooi, empathisch artikel dat filosofe Joke Hermsen aan George Meertens wijdde, schrijft ze dat ze bij het bekijken van zijn schilderijen in Museum De Pont een andere dimensie van tijd heeft ervaren. Ze belandde in een weldadige tijd die weidser, rijker en voller aanvoelde, ze werd ondergedompeld in de zogeheten ‘durée'.

Joke Hermsen verwijst daarbij naar Henri Bergson, de Franse filosoof die de begrippen ‘temps’ en ‘durée' benoemd en verfijnd heeft. In het Nederlands hebben we het over ‘kloktijd’ en ‘tijdsduur’. De Griekse begrippen Kronos en Kairos zijn ook gebruikelijk, en verwijzen naar goden in de Griekse mythologie.

Wat is het verschil?

Kronos verbeeldt de lineaire, chronologisch geordende tijd, die ten grondslag ligt aan onze kloktijd. De kleinzoon van Kronos is Kairos: hij staat voor een verticale onderbreking of intermezzo op die tijd. Daarom werd hij de god van het juiste ogenblik genoemd. 

Kairos kunnen we begrijpen als een tussentijd waarin we terechtkomen als we rust nemen, naar muziek luisteren, een schilderij aandachtig bekijken, een boek lezen of ons ergens heel goed op concentreren. Of aan het dagdromen zijn.

Het is gestolen tijd.

Tijdens het interval van Kairos worden we niet langer opgejaagd door een vermeend gebrek aan tijd, springen we niet langer van punt naar punt op een externe, lineaire lijn, maar opent zich een dimensie van tijd die ononderbroken voortduurt.

De ‘durée' van Bergson stel ik me voor als ‘aangeslibde tijd’. Durée is een soort reservoir van alles wat we hebben meegemaakt: ervaringen, emoties, voorvallen, vreugdes en trauma’s die zich hebben opgestapeld en vastgezet in ons geheugen - die vaak ook weggestopt en verdrongen zijn. Maar niet alleen het geheugen is de opslagplaats - de kelder en de zolder - van onze ervaren tijd, ook ons lichaam en onze huid, zijn dat. Zij zijn de materialisatie, de veruitwendiging van onze persoonlijke tijd, onze geschiedenis.

Wat heeft dit nu allemaal met elkaar te maken?

Door de tijd te nemen, door ons open te stellen voor kunst komen we met dat diepere zelf in contact.

Even terzijde: kijken naar beeldende kunst, luisteren naar muziek of het lezen van een roman is bovendien een vorm van creativiteit - voor alle duidelijkheid: zonder toeschouwer bestaat het beeld niet, zonder lezer bestaat de roman niet,… De interactie tussen toeschouwer en beeld, tussen luisteraar en muziek is essentieel.

Ook de Russisch-Amerikaanse schilder Mark Rothko wilde dit soort intense ervaring bij de toeschouwer oproepen: “Ik schilder grote schilderijen omdat ik een toestand van intimiteit wil scheppen. Een groot schilderij neemt je meteen het schilderij in.”

Rothko wilde niet geassocieerd worden met action painting en ook niet met abstracte kunst. Hij ontkende dat zijn werken puur formalistisch waren. Hij wilde wel tijdloze monumenten scheppen, die niet noodzakelijk  rustgevend zouden zijn, maar extreme gevoelens oproepen. Hij wilde dat de toeschouwer omringd of zelfs opgezogen zou worden door de schilderijen, daardoor zijn of haar individuele ‘ik’ zou overstijgen en daardoor een andere visie zou krijgen op zichzelf en de wereld. 

Ik citeer Rothko: “Het gaat nooit over de vraag abstract of figuratief. Het gaat altijd om het beëindigen van de eenzaamheid, om het kunnen *ademen* en om het opnieuw kunnen uitstrekken van je armen.”

Toeval of niet, een van de schilderijen van George Meertens heet ‘Adem’. Het is een werk waarin u, zo u wil, de blauwe lucht kan zien, vrijheid en bevrijding, opluchting. In het bijna onwezenlijke besef dat achter die blauwe lucht die we  - soms toch - boven ons hoofd zien een pikzwart en uitdijend heelal schuilgaat.

De werken van George Meertens zijn niet zo groot als die van Marc Rothko, hij is een andere schilder, maar ook de kunst van George Meertens kan Kairos bewerkstelligen, dat moment waar we zo’n beetje als Alice in Wonderland, door een spiegel stappen en in een andere tijd en ruimte belanden, waar we niet alleen Peter Rabbit maar misschien ook onszelf tegenkomen.

Niet toevallig hangt George Meertens zijn werken op een hoogte die hij ‘hart- hoogte’ noemt, zodat de toeschouwer niet omhoog of omlaag moet kijken, maar rechtstreeks met het werk geconfronteerd wordt.

Net als elke schilder legt George Meertens zichzelf beperkingen op. Hij kiest een formaat, hij kiest een kleur of kleuren, hij kiest zijn kwast of penseel, nieuw of oud, dik of dun, breed of smal.

Hij werkt en stopt en neemt de tijd, en begint opnieuw te werken. Hij schildert in één of meerdere lagen, nu eens schraal dan weer romig, er wolken patronen op, er zijn ‘dingen’ te zien, in de diepte van een schilderij. Een zweem van figuratie.

Hij creëert een orde binnen de chaos, met horizontale en verticale verfstroken, zo biedt elk schilderij een oriëntatie, een begin- en referentiepunt. Hij reikt betekenissen aan, soms door een richtinggevend titel, zijn werk roept emoties op die voortvloeien uit kleuren.

De kijker krijgt mogelijkheden aangereikt, een doek dat herinneringen, gevoelens en verlangens kan oproepen.

Wat je ziet, heeft ook met jezelf te maken.

Er is de warme gloed van rood en oranje, de wat mij betreft *erotiserende* gloed, in het vurig geborstelde werk dat de titel ‘Arbeid en liefde’ draagt. In het atelier viel tijdens ons gesprek de naam Marx, bizar denkt u misschien, maar lang geleden had Karl Marx het over de eros van de arbeid. Arbeiders die verbonden waren met de voorwerpen die ze maakten en daar een grote voldoening van hadden. Dat soort erotiek dus, die we ook in het werk van George Meertens aantreffen.

De helaas jong gestorven schilderes Ilse D’Hollander schreef in 1991, toen ze 23 was: “Een schilderij ontstaat uit het samenvallen van gedachten en het schilderen zelf. Met gedachten wordt hier bedoeld dat ik, als schilder niet als een neutraal wezen voor mijn doek sta, maar als handelend wezen dat zijn ‘zijn’ investeert in het schilderen. In mijn actie op het doek is mijn wezen aanwezig.”

Overgave en kwetsbaarheid van de kunstenares die één is met haar werk. Die overgave en kwetsbaarheid vinden we ook in de werken van George Meertens terug. Een beeld liegt nooit.

In deze tentoonstelling speelt George contrasten uit: Viriditas tegenover Adem. Viriditas is een wat mij betreft energiek maar duister en onheilspellend groen-blauw werk hoewel de titel verwijst naar groeikracht en vruchtbaarheid. Als begrip ‘helende kracht’ is het een cruciale term in de opvattingen van Hildegard von Bingen, een 12de-eeuwse benedictijnse abdis, een mystica die op vele fronten actief was en geldt als de eerste componist die we bij naam kennen.

Viriditas, dat schilderij boordevol dynamiek, hangt naast het schijnbaar vredige en rustige lichtblauwe Adem.

Het vurige Arbeid en liefde hangt dan weer naast het grijzige schilderij Blinde Vlek.

In de reeks Brieven - zeven werken van dezelfde grootte - bespeelt de schilder uiteenlopende emoties. Jubel en verdoemenis, licht en duisternis, vreugde en angst. Soms zijn het pasteuze werken, waar de verf als materie nadrukkelijk aanwezig is. Werken waarin verwondingen opduiken en littekens doorschemeren.

Brief II doet me aan Francis Bacon denken, met brutale verfstrepen die als striemen op het doek staan. Een gehavend lichaam. En daartegenover staat de tere, gevoelige huid van het intieme schilderij Corpus Intimus - de titel van deze tentoonstelling - en het monumentale werk Ontvankelijk Lichaam.

Het lichaam als huis en huid, de huid als buitenkant, verpakking, verdedigingsgordel, grootste orgaan. De huid die onze tastzin is, onze zinnelijkheid en vermogen tot erotiek, de rimpelige of rimpelende huid die met haar wonden en littekens zo zichtbaar ieders eigen geschiedenis weergeeft. De huid als landschap van de tijd en van de ziel.

Uiteraard zijn de schilderijen van George Meertens materie: ze zijn doek en verf. Maar tegelijk overstijgen ze dat materiële aspect ruimschoots en worden immateriële uitnodigingen tot contemplatie.

Geacht publiek,

George Meertens neemt de tijd en vraagt ook de toeschouwer om tijd te nemen. Om de kloktijd te verschalken en buitenspel te zetten. Zodat zijn schilderij zich kunnen openbaren.

Schilderijen hebben een lang leven, ze blijven bestaan, hoewel ook de tijd daarop zijn invloed heeft.

Er is ook het licht dat een rol speelt: licht kan een kleur bepalen, lichtinval kan onverwachte diepte geven aan een schilderij en borsteltrekken zichtbaar of onzichtbaar maken.

Het licht geeft en het licht neemt.

Maar het is vooral de toeschouwer en zijn of haar blik die verandert. Onze blik verandert zelfs terwijl we aan het kijken zijn, terwijl we het doek met onze ogen aftasten, terwijl we van dichtbij of veraf kijken, naar details of naar de samenhang. Hoe meer tijd we nemen, hoe meer onze blik verrijkt - ver reikt - en hoe meer we dat enorme reservoir van emoties kunnen aanboren en hoe meer we de tikkende tijd ook stilzetten.

Al in de jaren 1960 pleitte de Amerikaanse essayiste Susan Sontag voor wat zij de ‘erotics of art’ noemde. “Het is belangrijk om onze zintuigen te heroveren. We moeten leren om meer te zien, meer te horen, meer te voelen…”

Eric Rinckhout

 

Fragmenten uit het boek Loutering

Toen ik voor het eerst met zijn werk kennismaakte in Museum De Pont in Tilburg viel mij precies die kairotische ervaring ten deel. Het rumoer van de wereld verstomde, de klok hield op met tikken, de onrust gleed van mij af en ik belandde in een tijd die niet alleen weidser, rijker en voller aanvoelde, maar als het ware ook in ruimere plooien om mij heen viel. Hoe lang deze ervaring precies duurde, valt in kloktijd onmogelijk te zeggen. Het was een eeuwigdurend ogenblik, waar ik niet alleen verrijkt en geïnspireerd uit terugkeerde, maar ook vervuld van innerlijkheid, omdat zijn werk zich met zoveel geduld richt op datgene wat zich achter de buitenkant van het bestaan verscholen houdt.

Joke J. Hermsen, schrijfster en filosoof

Maar niets blijft duren, zeker geen topervaringen als deze. De contemplatief wordt na het schouwen steevast teruggefloten. Hij moet zijn onzuiverheid als slakken laten verbranden in de smeltoven van de rouwmoed. In het licht van Gods zuiverheid heeft hij immers kennisgemaakt met zijn eigen duisternis en zonde. In een zoet wenen zal de contemplatief zijn hart reinigen en zijn ogen wassen om in milde tucht te kunnen ontwaren wat hem hier op aarde nog van zijn Geliefde scheidt.

Guerric Aerden ocso

Er zijn niet veel kunstenaars bij wie ik het besef bespeur dat de kunst zoekt naar een waarheid die buiten ons bereik of begrip ligt. De waarheid zelf heeft vorm noch materie. In de plastische vertaling die George Meertens ervan geeft in kleur en schildergebaar volgt hij de logica van Rothko: hij komt tot een reductie van de werkelijkheid, omdat het afbeelden van de werkelijkheid zelf toevalligheden oplevert.

Rob Smolders, kunsthistoricus

Al schilderend probeert George Meertens een ontvankelijke staat te bereiken waarin het beeld hem als het ware overkomt. Juist niet door gericht te zoeken. Door handelingen spontaan te laten gebeuren wordt uitvoering plots onderscheidend. Ad ultimo wordt het wordingsproces zelf het onderwerp.

Rick Vercauteren, kunsthistoricus