Overslaan en naar de inhoud gaan
Filip en Stephanie

De visie op vrijheidsbeperkende maatregelen heeft de laatste decennia een grondige evolutie doorgemaakt. Hoe ga je daar als zorgverlener mee om? En wat betekent het voor je manier van werken?

Veranderingen in de geestelijke gezondheidszorg zijn zelden eenvoudig. Zo roept het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen vandaag heel wat vragen op. Hoe ga je als hulpverlener om met de nieuwe visies daaromtrent, zeker als die botsen met jarenlang ingesleten praktijken? En hoe krijg je je collega’s mee in dit verhaal?

Filip De Donder en Stephanie Herrygers werken allebei al jaren in Bethanië en maakten in hun loopbaan grote veranderingen in visie en praktijk van dichtbij mee. In Psyche Magazine vertellen over hun persoonlijke traject.

Welke plaats hebben vrijheids­beperkende maatregelen in jullie loopbaan?

FILIP: 'Toen ik nog hoofd was van de afdeling voor personen met zware gedragsstoornissen en agressie werd er regelmatig naar gegrepen. Er waren toen veel meer regels en vaste gewoontes. Als daarvan afgeweken werd, pasten we nogal eens vrijheidsbeperkende maatregelen toe. Het ging vaak om kleine regels die we nu als erg strikt ervaren. Zo ging de keuken om acht uur ’s avonds dicht en pas opnieuw open om zes uur ’s morgens. Een kopje thee in de avond was dan al niet meer mogelijk. Tegenwoordig hebben de meeste afdelingen een open keuken. Als mensen honger hebben, mogen ze eten.'

STEPHANIE : 'De afdeling Terp, waar ik werk, heeft een gesloten deur, wat op zich al een vrijheidsbeperkende maatregel is. Als team beslissen we voor wie de deur opengaat. Uiteraard gaan we hierover in overleg met de patiënt: we bespreken de situatie, luisteren naar elkaars mening en bekijken samen de mogelijke oplossingen. Op de gesloten opnameafdeling hebben we ook crisisopvang. Op vraag van een andere afdeling kan een patiënt tijdelijk bij ons komen om bijvoorbeeld het team wat rust te geven bij ontwrichting van de groep. We werken dan nauw samen met de patiënt en verruimen de blik waar een ander team op vastliep.'

Hoe zagen jullie de ideeën rond vrijheidsbeperkende maatregelen veranderen?

FILIP: 'Regels zijn soms noodzakelijk. Maar het is belangrijk dat die regels evolueren van structureel naar tijdelijk en indien nodig ook individueel aangepast worden. Patiënten dwingen ons meer dan vroeger om daar blijvend over na te denken. De dialoog met de patiënten is veel belangrijker geworden in de loop der jaren. Soms kan het echt niet anders en moet iemand afgezonderd worden. Vandaag luidt de boodschap: doe het niet, tenzij het echt noodzakelijk is. Niet meer dan dat en zeker niet structureel.'

STEPHANIE: 'Toen ik op de afdeling begon te werken, waren er veel interne spanningen rond het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen. We experimenteerden met een andere aanpak, maar waren daar nog niet klaar voor. Vandaag hangen de regels sterk samen met de populatie van patiënten, alsook met de team- en de groepsgeest van dat moment. Is er geen overlast voor anderen, dan zijn er minder regels. We zetten nu meer in op het bouwen van een vertrouwensband en op het creëren van een warme omgeving.'

FILIP: 'Die toenmalige spanningen waar Stephanie het over heeft, kwamen ook terecht bij het kernteam (psychiater, psychologen, hoofden) en het beleid. Het team was bezorgd – hulpverleners kunnen zwaar getraumatiseerd worden door incidenten -, wilde gehoord worden en stuurde aan op meer regels en meer duidelijkheid.'