Overslaan en naar de inhoud gaan

Vijf jaar

Mijn obsessie met dun zijn en gezond eten groeit

Wanneer ik op dit moment objectief naar mijn kinder- en jeugdjaren terugkijk, besef ik dat mijn obsessie met dun zijn en gezond eten al beginnen groeien is rond mijn vijf jaar. Ik legde als kleuter op een of andere manier al heel snel een verkeerde link in mijn hoofd. Gezond eten en dun zijn was goed, overgewicht en dik zijn betekende falen. Mijn eerste herinnering daarrond vond plaats tijdens het medisch onderzoek in de laatste kleuterklas. Toen vroeg ik voor het eerst aan mijn beste vriendin wat haar gewicht was. “Negentien kilogram,” vertelde ze me. Ik woog zelf twintig kilogram, waardoor ik in mijn ogen gefaald had. Toen al.

Nu besef ik hoe abnormaal dat is. Een vijfjarig kind hoeft daar helemaal niet mee bezig te zijn. En het feit dat dit een van mijn meest heldere herinneringen is aan deze periode vind ik al helemaal bizar.

Daarnaast zijn ook mijn angstige en piekergedachten, mijn extreem tot dwangmatig perfectionisme op verschillende vlakken en het feit dat ik me snel uitgeput voel al deel van mij zolang ik me kan herinneren. En juist omdat ik dat zo gewend was en ik niets anders kende, stelde ik mezelf er ook heel lang geen vragen bij.

Een leven waarin ik hier geen last van had, heb ik nooit gekend. Ik ging ervan uit dat iedereen zo snel uitgeput raakte en ik gewoon wat meer moeite moest doen. Want iedereen heeft het wel eens lastig met zichzelf en ik moest mezelf maar niet zo aanstellen.

Als eerste symptoom naast de vermoeidheid die ik altijd voelde, kreeg ik rond mijn veertiende last van ernstige migraineaanvallen en werd ik al snel voor het eerst met spoed opgenomen omdat het zo ondraaglijk werd. Ik bracht nachten huilend door in de armen van mijn moeder. De oorzaak konden ze niet meteen vinden.

Achteraf gezien is het voor mij duidelijk dat de oorzaak bij het constant onderdrukken van mijn gewicht en mijn overgevoeligheid aan prikkels, angst en stress lag.

Ondertussen had ik al verschillende testen en scans ondergaan, maar die bleken allemaal negatief. Lichamelijk was er dus niets abnormaals aan de hand. Maar na het checken van mijn gewicht kwam de term eetstoornis vrij snel ter sprake en die werd even snel weer ontkend en afgewimpeld door mij. “Ik ben altijd dun geweest, mama. Dat is gewoon mijn lichaamsbouw.” Verdere vragen werden er voorlopig ook niet meer gesteld. Ik was effectief heel mijn leven al aan de dunne kant geweest, maar mijn obsessie met dun zijn is er toevallig ook altijd al geweest. Dat vertelde ik er natuurlijk niet bij. Ik was er op dat moment nog helemaal niet klaar voor om ‘dat meisje met anorexia’ te zijn, dat meisje dat niet wil eten en waar iedereen zich zorgen over moest maken.

Uit het boek: 'Jong en Kwetsbaar' van Lotte Peeters met illustraties van Cheyenne Deckx - Uitgeverij Pelckmans