Overslaan en naar de inhoud gaan

Vijftien jaar

Ik verstop mijn depressie achter mijn eetstoornis en spreek er uit schaamte amper over

Toen mijn eetstoornis rond mijn vijftiende stilaan meer en meer de overhand nam, kwamen ook mijn depressie en suïcidale gedachten de kop opsteken.

Geen van mijn leeftijdsgenoten begreep echt wat een depressie juist inhield en er rustte een soort taboe op. Want waarom zou iemand van vijftien in godsnaam niet meer willen leven? Mijn depressie zo lang mogelijk geheimhouden leek de veiligste optie. Drie jaar lang verstopte ik mijn depressie vooral achter mijn eetstoornis en sprak ik er amper over uit schaamte.

Want gek genoeg kunnen veel mensen meer begrip opbrengen voor iemand die een eetstoornis heeft dan voor iemand die dood wil en/of zichzelf bewust pijn doet. Zelfs in therapie lag de focus vooral op mijn eetstoornis en ondergewicht.

Er werd bijna niet gesproken over mijn suïcidale en depressieve gedachten. Niemand wist hoe deze donkere gevoelens en gedachten in stilte meer en meer plaats in mijn hoofd innamen.

Na enkele opnames op een afdeling eetstoornissen was mijn eetstoornis eindelijk onder controle. Maar door de constante focus op eten en de hormonale veranderingen door mijn gewichtstoename kregen mijn depressieve gevoelens vrij spel. Mijn eetstoornis maakte plaats voor andere dingen, zoals nog meer zelfverwonding en alcohol.

Dit fenomeen wordt in therapie ‘symptoomverschuiving’ genoemd. De oorzaak daarvan is meestal simpelweg dat het achterliggende probleem nog steeds niet voldoende aangepakt is. Mijn eetpatroon en gewicht waren stabiel, maar toch bleef ik op verschillende problemen botsen binnen mijn functioneren en bleef ik faalervaringen tegen het lijf lopen. Zolang ik niet wist waar deze problemen vandaan kwamen, bleef ik hangen in mijn ongezonde copingmechanismen. Het niet eten veranderde in automutilatie en de automutilatie veranderde na een tijd in alcoholmisbruik. Omdat ik nog jong was zag ik mijn alcoholmisbruik lang niet als een probleem.

Al mijn leeftijdsgenoten dronken af en toe wel eens een glaasje te veel. Het wordt gezien als ‘normaal’ en op je zestiende stomdronken rondlopen is niets waar mensen zich snel zorgen om maken.

Voor lange tijd ging ik van het ene naar het andere: de ene periode greep ik naar zelfverwonding en de ander periode naar alcohol. Maar de zelfverwonding werd steeds heftiger en de flessen drank gingen er steeds sneller door. Na tal van dieptepunten besefte ik maar al te goed dat er veel meer negatieve dan positieve gevolgen vasthingen aan mijn destructieve gedrag. Hoewel ik wist dat dit het gevolg was van iets veel diepers dat nog lang niet helemaal was aangepakt, besloot ik toch aan de slag te gaan om mijn gedrag te veranderen. Het is niet omdat je heftige ervaringen en andere moeilijkheden doormaakt, dat dat een excuus is om jezelf slecht te blijven behandelen.

Het is belangrijk om voor jezelf te beseffen dat teruggrijpen naar een eetstoornis, zelfverwonding, alcohol of drugs geen goede manier is om met ingrijpende gebeurtenissen of diagnoses om te gaan en dat die zaken je nog veel verder van huis brengen. Ook al is dat op het moment zelf misschien moeilijk om toe te geven.

Uit het boek:  'Jong en Kwetsbaar' van Lotte Peeters met illustraties van Cheyenne Deckx - Uitgeverij Pelckmans