Overslaan en naar de inhoud gaan
Bitmoji van Bart

Post 3: "The wall"

Toen ik enkele jaren geleden voor het eerst werd opgenomen in de dagkliniek van een psychiatrisch ziekenhuis, had ik het gevoel dat ik een grens overstak. Het voelde namelijk alsof ik emigreerde van het land van de gewone mensen naar een land van niet-gewone mensen, en dat ik daar ook meteen het staatsburgerschap verkreeg. Dat gevoel had in eerste instantie niets te maken met externe factoren, maar werd enkel gecreëerd door mijn eigen stigma’s over “de psychiatrie”. Toch waren er nadien ook externe factoren die dat gevoel ergens bevestigden. De eerste keer gebeurde dat zelfs vrij snel, namelijk op de eerste dag van mijn opname. Er werd mij toen o.a. uitgelegd dat in dat ziekenhuis (nvdr.: niet PC Bethanië) de patiënten van de dagkliniek in dezelfde refter aten als het personeel van het ziekenhuis, maar dat ze wel enkel een hoek mochten gebruiken achter een mobiele scheidingswand. En ook al kan ik wel redenen van praktische aard bedenken waarom wij enkel in die afgescheiden hoek mochten plaatsnemen, toch voelde het voor mij aan alsof die denkbeeldige grens tussen het land van de gewone mensen en het land van de niet-gewone mensen plots een fysieke vorm had gekregen. Dat was een zeer vreemde ervaring... Enkele dagen voordien was ik immers nog aan het werk geweest (weliswaar met moeite, door mijn verslechterde psychische toestand) en was ik officieel nog burger van het land van de gewone mensen. Maar in enkele dagen tijd was ik mijn nationaliteit kwijt geraakt, hoorde ik niet meer bij de gewone mensen, maar was ik inwoner geworden van het land van niet-gewone mensen. Als ik vandaag terugdenk aan die mobiele schedingswand, maak ik snel de associatie met een niet nader genoemd president die een muur wil bouwen om Latino’s uit zijn land van “gewone” mensen te weren.

Ik moet toegeven dat die muur vooral in mijn hoofd bestaat. Hij is opgebouwd uit eigen vooroordelen over de psychiatrische patiënt, en angst dat anderen die vooroordelen ook over mij zouden kunnen hebben. Ik moet ook toegeven dat ik bij mijn familie en goede vrienden heb ervaren dat die muur voor hen niet bestaat. Maar er zijn af en toe momenten geweest dat ik die muur wel ervaren heb. Soms was dit het geval wanneer ik aan een onbekende moest toegeven dat ik een immigrant uit het land van niet-gewone mensen was. Soms werd ik vriendelijk ontvangen. Soms iets afstandelijker.

Ik wil hierbij dan ook pleiten voor een opengrenzenbeleid t.o.v. psychiatrische patiënten. En ik hoop – ook al is dat misschien utopisch - dat de muur enkel een herinnering zal worden uit een ver verleden, net zoals die van Berlijn, waarvan je enkel nog stukjes kan terugvinden om als souvenir te bewaren.

Bart