Overslaan en naar de inhoud gaan
Michel in gesprek

In de geestelijke gezondheidszorg ontstaat er wel vaker een onderscheid tussen de kwetsbaren en de sterken. Tussen lijders en helpers. Tussen zij die wanhopen en zij die hoop bieden. Tussen patiënten en hulpverleners. 

In een diepere verbinding vervagen deze tussenschotten en worden wanhoop en hoop op eenzelfde lijn geplaatst. Zo komt een verstandhouding tussen twee personen op gang die, vanuit kwetsbaarheid en diepe empathie, gevraagd wordt om vast te houden. Wanneer persoonlijke, oprechte, oordeelvrije en doorvoelde erkenning gegeven wordt aan het lijden, schenkt men de warme uitnodiging om te spreken. Het geeft het lijden een zachte landingsruimte. Dat biedt hoop. 

Een heel herkenbare passage voor Ilse. Haar leven nam eind 2010, na 23 jaar voor de klas, een bocht van 180 graden. Ze belandde in de psychiatrie. Toen ze na ongeveer vijf jaar onafgebroken in opname naar dagbehandeling werd doorverwezen, werd Michel haar thuisbegeleider.

Sinds eind 2020 doet Ilse vrijwilligerswerk als ervaringswerker. Deze job doet ze met veel overgave, maar tegelijkertijd blijft het lijden vaak nog erg groot. Ze wordt regelmatig overspoeld door wanhoop. De begeleiding van Michel, die wekelijks langskomt, maar ook de ondersteuning van andere zorgverleners, blijft na al die jaren dus nog steeds op zijn plaats om het lijden te verlichten.

Oordeelvrij luisteren

‘Tijdens periodes van diepe wanhoop voel ik me vaak enorm eenzaam. Als de hulpverlener dan luistert vanuit oprechte interesse en vanuit een nederige, niet-wetende oordeelvrije houding, werkt dat als een gelijkwaardige laagdrempelige uitnodiging om te spreken. Pas dan durf ik vanuit vertrouwen aan dat diep lijden woorden te geven’, vertelt Ilse. ‘Als die hulpverlener mijn wanhoop niet minimaliseert maar ze laat zijn en probeert te begrijpen, voelt dat meevoelen zonder woorden als stevige steun en gedeelde gedragenheid. De eenzaamheid voelt net iets minder zwaar, want ik weet: ‘Hij voelt het ook, we voelen het samen’.’

‘In al die jaren psychiatrie heeft oordeelvrij luisteren telkens het meest geholpen om een stevige vertrouwensrelatie op te bouwen met de hulpverlener. De wanhoop is niet weg te nemen, een oplossing is niet zomaar voor handen. Een eerlijke ‘Ik weet het ook niet (meer), we weten het even samen niet (meer)’ zorgt voor diepe erkenning. De ander geeft me het gevoel dat hij mij en mijn lijden ziet. Die eerlijke en kwetsbare verbinding zorgt voor een lichtpuntje in de grote wanhoop en de pijnlijke eenzaamheid. Dat biedt hoop.’

Authenticiteit

‘Soms geeft mijn hulpverlener zijn mening. ‘Ilse, ik vind het verschrikkelijk wat je vertelt en wat je overkomen is’, zegt hij dan. Vanuit zijn gemeend, eerlijk en authentiek gevoel stelt hij zich erg kwetsbaar op en wil hij echt dat ik hem geloof. ‘Nee, je bent géén dramaqueen.’ Dat voelt telkens als een uitgestoken hand. Het is echter heel belangrijk dat dit begrip oprecht is. Ik voel het haarscherp aan wanneer het niet authentiek is. Het echte, authentieke menselijke aanwezig zijn zorgt voor enorme verbinding en wederzijds vertrouwen. Hierdoor voelt de diepe donkerte net iets minder eenzaam en wordt er opnieuw plaats gemaakt voor hoop.’

Samen dragen

Wat kunnen we samen doen, wat kunnen we tegenover deze wanhoop zetten?’. Ook deze woorden geven telkens opnieuw het gevoel dat er iemand bij me is en dat ik niet alleen sta. Diepe wanhoop en hoop wisselen elkaar nog voortdurend af, ook na al die jaren. Het is een kwetsbaar evenwicht. Maar Michel en de andere hulpverleners geven me hoop. Door te blijven staan en niet te lossen. Hoe moeilijk het ook is. En dat is van onschatbare waarde!‘