
Waar vind ik plekken om stil te vallen op het domein van Bethanië in Zoersel?
Ontdek de stilteplekken op ons domein
Wanneer je verblijft op een afdeling waar je dagelijks therapie volgt en samenleeft met medepatiënten of bewoners, kan je even nood hebben aan een stille plek. Een plek waar je je even kan terugtrekken. Ook als medewerker of toevallige passant kan het zijn dat je even tot rust wil komen of behoefte hebt aan stilte. Wanneer je thuis zit en virtueel stil wil staan op de mooie plekken van ons domein in Zoersel, kan je hiervoor op deze site terecht.
Bethanië ggz heeft op haar domein in Zoersel een aantal bijzondere plaatsen voorzien: op een afdeling, in een gebouw of rustig in het groen. Je kan er alleen of in goed gezelschap van genieten.
Met bezinningsteksten, foto's en liederen willen we je zintuigen en zinbeleving prikkelen tijdens een bezoek aan een stille plek op het domein.
1. Stille ruimte gebouw 1
2. Waterpartij gebouw 1
3. Bloemenweide aan gebouw 1
4. Mariabeeldje in een boom
5. Bank omringd door beukenhaag
6. Kruidentuin
7. Kanstanjeboom met banken
8. Spiraalbank bij de mooiste boom
9. Maria van de vrede
10. Kapel Bethanië
11. St.-Jozefsbeeld in de kapel
12. Lourdesgrot
13. Pomphuis
14. Dierenweide
15. Vlindertuin
16. Speeltuin
17. Onze-Lieve-Vrouw van Fatima
18. Basketbalveld
19. Heilig-Hartbeeld
20. Wandreliëf 'De vier seizoenen' in gebouw 4
21. Het nieuwe aangezicht, gebouw 4
22. Sporthal met kunstwerk
23. Stilteplek in het bos
24. Bankje in het midden van het bloemenveld
25. Picknickbank aan de vijver
26. De dierenstal
27. Kunstwerk 'Water-weg' aan gebouw 2

1. Stille ruimte gebouw 1
Zoek de stilte
Treed binnen in het mysterie,
waar ervaring tot kennis wordt
en het hart de antwoorden krijgt
die het verstand niet vinden kan.
Kom tot rust.
Kom tot stilte.
Daar wonen de kleine diepe vreugden
die mensen in drukte en lawaai
verloren hebben.
(Phil Bosmans, 'Zonnestralen van geluk,' Lannoo-2018, p. 45)

2. Waterpartij gebouw 1: Stil staan bij leven en bij water
De gelukkigste vis
Een domme vis meende
dat de meeuw gelukkig was,
omdat hij op de baren wiegen kon
en met de golven spelen.
Op het strand stond een aap te dromen.
De vis riep: "Haal me uit het water!"
En de aap bracht de vis op het droge.
Het duurde niet lang of de vis
kreeg tranen in de ogen van spijt.
Hij voelde dat hij sterven ging
en begon te bidden om water.
Toen kwam er een grote, lange golf
en die wierp de vis terug in de zee.
Nu is hij de gelukkigste vis
van alle vissen in het water!
(Phil Bosmans, 'Ja! Alleen de optimisten zullen overleven,' Lannoo-1983, p.82)

3. Bloemenweide aan gebouw 1
Herboren
Ik loop de tuin in,
buig mij over de lavendel -
of buigt de lavendel zich over mij?
Een aroma
dat mij in vervoering brengt.
In- en uitademen
dat het een lieve lust is.
Aardser word ik, steeds aardser.
Kleiner, steeds kleiner.
Groter steeds groter.
Ik inhaleer het leven,
het leven in zijn geurigste,
meest oorspronkelijke vorm.
Herboren kom ik weer thuis.
(Hans Bouma, 'Een mens als jij. Gedichten voor lief en leed, Forte-2013, p.93)

4. Mariabeeldje in een boom
Gebed tot Maria
Maria,
bewaar en koester in uw moederhart
alles wat ik aan u toevertrouw:
de kleine zorgen van de (oude) dag,
de pijn om wat ik niet meer kan,
de open vragen die blijven hangen,
de weemoed van wat ik niet begrijp,
het soms missen van genegenheid en begrip.
Maria,
bescherm in uw goedheid
allen die ik aan u in gebed toevertrouw: N.N.
Bemoedig alle moeders die met zorgen zitten,
bewaar allen die U al jaren vergeten zijn
en ook mij die nu bij u bid.
Maria,
moeder van Jezus,
ik dank u voor alles wat ik door u ontving
van Jezus, Christus, uw Zoon en onze Heer. Amen.
(Naar een tekst van Jos Gregoire, 20 mei 2024 op zijn Facebookpagina)

5. Bank omringd door beukenhaag
Zo menselijk
Val niet zomaar bij mij binnen,
doe mij geen geweld aan.
Wat je ook aantreft,
wat je ook vindt,
mij verlies je.
Bereid je voor,
bereid mij voor,
verken mij
in behoedzaam morgenlicht,
noem mij,
teder als een zachte wind,
fluisterend bij mijn naam.
Val niet zomaar bij mij binnen,
doe mij geen geweld aan,
doe mij liefde aan.
Laat ik zo menselijk,
zo mooi voor je zijn.
(Hans Bouma, 'Een mens als jij. Gedichten voor lief en leed,' Forte-2013, p. 61)

6. Kruidentuin
Verhaal van de rijke Bramenplukker naar Godfried Bomans
Op een mooie lentemorgen
stond ik in de tuin, mijn kruidentuin.
De lucht, de zachte zon.
De nieuwe dag.
Ik voelde.
Het wonder was om me heen.
Ik stroomde vol dankbaarheid
om het leven, om alle leven.
Ik keek naar de eerste krokussen
en ik wist
dat God zijn handen naar me uitstak
vol bloemen.
(Phil Bosmans, 'Zonnestralen van geluk,' Lannoo-1999, p.90)

7. Kanstanjeboom met banken
Dat het leven heeft
Leg je handen op je hart,
luister
en verwonder je.
Niets spreekt vanzelf.
Haal diep adem,
omhels het licht.
Fluister je naam-
als een boom
wortel je in de aarde,
sta je wijdvertakt
midden in de werkelijkheid.
Met huid en haar
ben je getrokken
bij het geheim
dat leven heet.
(Hans Bouma, 'Een mens als jij. Gedichten voor lief en leed,' Forte-2013, p. 132)

8. Spiraalbank bij de mooiste boom
Waar je wortelt
Weten waar je wortelt,
wat je hoogste bloei is,
jezelf niet tekortdoen,
verloochenen-
mens ben je toch,
zo begenadigd mens.
Weten wat je siert,
wat je voltooit,
zoveel misleidt,
doet niet ter zake.
O jij, je verliezen,
je verliezen en vinden
in je ware gezicht.
O jij,
trouw aan jezelf,
standvastig als een boom
opgaan, verrukt opgaan
in je ware gedaante.
(Hans Bouma, 'Een mens als jij. Gedichten voor lief en leed,' Forte-2013, p. 132)
Losgelaten
Rechtop zoals een boom
wil ik,
met al zijn takken wuivend,
wijzend, reikend.
Aarde en hemel laten ademen
dwars door mijn huid.
Bij dageraad
het nieuwe licht omhelzen.
Vogels van dromen, hartstocht
en verlangen ruimte geven,
ondenkbare verte.
Mij schrap zetten, mij krommen
bij het striemen van de wind,
om niet te breken.
Seizoenen tegemoet gaan
en die gratie smaken.
Tot de langste nacht.
Door zijn kille nevels waden.
Reeds losgelaten,
vezel na vezel, blad na blad.
Laat mij nog even.
En daarna staande wijken,
wijlen, wijzen, reiken
naar het leven.
(Kris Gelaude, 'Voor wie verstilling zoekt,' Averbode-Forte-2012, p. 60)

9. Maria van de vrede
Vrede is geen gloeiend landschap
Vrede is geen glooiend landschap
Van zacht groen gras
En hemelsblauwe lucht.
Vrede is een stevige rots
Van harde steen
In diep kolkende zee.
Vrede is geen zacht fluisteren
Van zoete woordjes
En mooie gedachten.
Vrede is helder spreken
Van waarachtige woorden
En duidelijke keuzes.
Vrede is meer dan afwezigheid
Van conflict en oorlog
Van misbruik en geweld.
Vrede is een cultuur opbouwen
Van gelijkheid in verscheidenheid
Van mogen bestaan
Verbonden en tevreden
Met jezelf
Met anderen
Met God.
Tevreden
Stevig als een rots
in woelige wateren
Van het leven.
(Roos Maes in 'Vrouw en Wereld' uit K. Janssens en R. Jonkers, 'Levenslang- woorden voor grote en kleine momenten,' Pelckmans-2011, p. 101)
Maria
de wereld in vrede
alles ondersteboven
zo jong als ik ben
wil ik dat geloven
Ik zie om me heen
oorlog, honger en pijn
maar ik hoor in mijn hart
dat het anders zal zijn
Zo kan het beginnen
daar geloof ik in
het kind in mijn buik
wordt een nieuw begin
die stem in mijn hart
als een vuur, niet te blussen,
heel diep in mezelf
met niemand ertussen
(Gevonden op de Facebookpagina van Jos Gregoire, gepubliceerd op 8 december 2023)

10. Kapel Bethanië
Zegengebed
God, zegen de woorden
die we zullen spreken
tot wijsheid en liefde.
Zegen de zorg
die we aan elkaar besteden,
tot een teken van uw welwillendheid.
Zegen de moeite,
die we ervaren,
tot een trouwe keuze voor elkaar.
Zegen de dag
als de ruimte
waarin we elkaar nabij mogen zijn
en als de ruimte
waarin we U op het spoor komen
als een God van liefde en mededogen. Amen.
(Pieter Stienaers, uit K. Janssens en R. Jonkers, 'Levenslang. Woorden voor grote en kleine momenten,' Pelckmans-2011, p. 97)

11. St.-Jozefsbeeld in de kapel
Een vader
Een vader
die zijn kind
genoeg op de schouders neemt,
doet meer dan dat.
Hij leer het
om verder te kijken
dan wat iedereen
zomaar kan zien.
(Kris Gelaude, 'Zonder woorden kan je niet,' Averbode-2016, p.54)
Vaderdag
Wanneer het donker wordt
brengt vader ieder licht
tovert een mooie glimlach
op een betraand gezicht.
Hij weet wanneer de koude snijdt
het vuur juist aan te steken
en twijfel of onzekerheid
zo helder te doorbreken.
Een vader is 'de man in huis'
zo groot in kleine dingen -
reden te over om vandaag
luid 'dank u wel' te zingen!
(Jan Coghe, gevonden op de Facebookpagina van Jos Gregoire, gepubliceerd op 9 juni 2024)

12. Lourdesgrot
Zo kwetsbaar
Soms is er slechts ver weg
een ster aan de hemel te vinden.
Soms is er nog amper het weten
van ooit een goddelijke wens.
Soms is er gewoon maar een mens
die op je weg komt en die je raakt.
Soms is er niet meer dan een sinteltje hoop
op gerechtigheid en vrede.
Maar misschien is dat net genoeg
om vonken te slaan
uit een wereld van steen.
En ergens een vuur te maken
dat mensen verzamelt.
En dat hun harten verwarmt
en dat hun ogen doet zien,
hoe het geheim van de menswording
hun zelf in handen gelegd werd.
Teer als een twijgje.
Een pasgeboren kind.
Zo kwetsbaar God
die telkens met ons herbegint.
(Kris Gelaude, 'Voor wie verstilling zoekt,' Averbode-Forte-2012, p. 72)
Licht
Licht uit de hemel.
Licht door de wolken.
Licht aan mijn voeten.
Licht in de nacht.
Licht dat blijft stromen.
Licht in jouw ogen.
Licht soms in woorden,
Licht hier vanbinnen.
Licht dat overal tegemoetkomt.
Licht dat alles omhoogtrekt.
Licht dat altijd blijft voorgaan.
Licht dat wendt naar het leven,
Eerste en laatste.
Mijn waarborg.
Mijn troost.
(Kris Gelaude, 'Zonder woorden kan je niet,' Averbode-Forte-2016, p. 246)

13. Pomphuis
Credo
Ik geloof in een rivier
die stroomt van zee naar bergen
ik vraag van poëzie niet meer
dan die rivier in kaart te brengen.
Ik wil geen water uit rotsen slaan
maar ik wil water naar de rotsen dragen
droge zwarte rots
wordt blauwe waterrots.
Maar de kranten willen het anders
willen droog en zwart van koppen staan
werpen dammen op en dwingen
rechtsomkeert.
(Remco Campert, uit Noël Bonte, 'Weerbaren. Jezusboek voor jongeren- Vissersbrieven van jongeren,' Licap-1996, p. 32)

14. Dierenweide
Zomaar
Zomaar
Niet gemaakt,
maar gekregen.
Niet ontdekt,
maar onthuld.
Zomaar op je weg gekomen,
zomaar met je meegelopen.
Wonder
boven wonder
Zomaar een vriend,
een vriendin
(Hans Bouma, 'Een mens als jij. Gedichten voor lief en leed,' Forte-2013, p. 75)

15. Vlindertuin
Als ik jou
Als ik jou maar recht doe,
Jou o jij, ogen vol bloemen,
handen vol licht,
hart vol lente.
Jou, o jij, ogen van bloemen,
handen vol licht,
hart vol lente.
Jou o jij - zoals jij je opricht,
je vleugels uitslaat,
wiekt naar een verre horizon.
Als ik jou maar recht doe -
lied in de morgen,
zon die opgaat.
O jij-
nacht die mij omsluit,
deken van tederheid.
Als ik jou maar recht doe.
(Hans Bouma, 'Een mens als jij. Gedichten voor lief en leed,' Forte-2013, p. 82)
Vlinders
Probeer ze niet te vangen,
de vlinders, laat ze gaan,
niet weten en het antwoord niet verlangen,
bevangen, in het wonder staan,
de longen vol met lucht,
zo met z'n allen samen
en in hart die zelfde zucht,
Ontferm U onzer. Amen.
(Toon Hermans, 'Groot versjesboek,' Lannoo-2018, p. 97)

16. Speeltuin
Lieve, kleine ukkepuk
Lieve, lieve kleine ukkepuk,
klein en grappig kind.
'k Weet zeker dat je
in dit even
veel geluk
en liefde vindt.
Tuimel, buitel,
zet een stap.
Huppel ied're dag.
En het mooiste dat je
'n mens kan schenken
is je eigen kinderlach.
(Sandrine Lambert in Majke Jongen, 'Ik schenk je woorden,' Davidsfonds-2009, p.27)

17. Onze-Lieve-Vrouw van Fatima
Mama
Mama is het woord
waar het leven mee begint
mama is het woord
dat hoort bij ieder kind
Een woord om zacht te zeggen
niet om luid te schreeuwen
het hoeft niets uit te leggen
en gaat door alle eeuwen
Mama is het woord
waar de mensheid mee begint
mama is een ander woord
voor liefde.
(Toon Hermans, 'Een versje voor jou,' Lannoo-2024, p. 24)

18. Basketbalveld
Open je ogen
Open je ogen.
Leven
is je bewegen
tussen twee einders.
Tussen het licht
aan het begin
en aan het einde
van dit bestaan.
En het is mooi
wanneer je daartussen
zelf ook gaat stralen.
(Kris Gelaude, 'Zonder woorden kan je niet,' Averbode-2016, p. 246)
De bal!
"De bal! Hou de bal in het oog!" prent elke coach zijn spelers in.
Toch verliest iedereen mij, de bal uit het oog.
Niemand heeft het over mij, de bal.
Ik word gestreeld, getoetst, gekopt, gedroogd en gegooid, geknald...
Ik word, zoals voorgeschreven, gelegd op de lijn, op de stip, achter de gespoten streep, maar wat ik zelf wil, komt niet aan bod.
Zelfs belanden in het net wordt mij belet en dan zeggen ze en schrijven ze verwijtend: "De bal wil er niet in," terwijl ik niet liever wil!
Dat het om mij, de doodgezwegen bal gaat, en niet om bejubelde spelers, blijkt duidelijk als een speler bestraft wordt als hij de man speelt en niet mij, de bal!
Ik word met de voeten getreden al bewerk ik dat nationale, regionale en partijpolitieke tegenstellingen smelten als sneeuw voor de zon.
Door mij raken plakboeken vol en kent men spelers, coaches, scheids- en lijnrechters, de kleur van de nationale Jupilervaan en rijdt men toeterend over de baan.
Bij het laatste fluitsignaal ben ik plots wel belangrijk, maar dan is het gedaan, is mijn taak voorbij. Als het over is en uit word ik gegeerd,
als trofee gesigneerd en zichtbaar achter glas gestald. Eens door heel de wereld met argusogen gevolgd, krijgt haast niemand mij nog te zien.
In onze maatschappij zijn ze niet te telen de velen die zeggen: "Dat ik meetel, daar geloof ik geen bal van!" Ook zij springen niet in het oog hoe belangrijk ze ook zijn...
(Jos Gregoire, gepubliceerd op zijn Facebookpagina op 11 juni 2014)

19. Heilig-Hartbeeld
Kleine Litanie
Oever van stilte.
Bron in de schaduw.
Plek onaanwijsbaar.
Wachtende waakvlam.
Flitsende schoonheid.
Lied van bevrijding.
Klop in mijn hartslag.
Oudste verlangen.
Voetstap op aarde,
Oerklank in al wat bestaat.
Woord dat wij niet verwachten.
Vreemdeling die voorbijkomt.
Zwijgend aan onze zijde.
Mens als geen ander.
Stem van een broeder.
Naam die geen naam is.
Vraag onbeantwoord.
Onvoorspelbaar verhaal.
Boodschap in alle talen.
Eeuwenoud zinsverband.
Leven telkens gegeven.
Raadsel dat ons vasthoudt.
Adem die aansteekt.
Hand die zal helen.
Lotgenoot onvermoeibaar.
Kracht die doet opstaan.
Vuur dat weer oplaait.
Geest die aan het licht brengt.
Toekomst voorbij ons denken.
Liefde die ons bewaart.
Dat ik U zien mag
in duizend gezichten.
(Kris Gelaude, 'Wie verstilling zoekt,' Averbode-Forte-2012, p. 46)
Je bent geschapen
Je bent geschapen
naar het beeld
van een God
die liefde is,
met handen om te geven,
een hart om lief te hebben
en twee armen juist lang genoeg
om een ander te omhelzen!
(Phil Bosmans, 'Zonnestralen van geluk,' Lannoo-1999, p. 81)

20. Wandreliëf 'De vier seizoenen' in gebouw 4
Van duizend seizoenen
Neen, niet de kwistige wind uit het zuiden,
of een verleiding
achter de horizon,
maar een plek hier in de zon
waar men kan leven
de nectar kan proeven
en van duizend seizoenen
de poëzie.
Want alles,
het fluisterende water,
mijn adem,
de stroom van gedachten,
het licht in de kerselaar,
behoort tot een eeuwig bewegen.
Zelfs stilstand mondt uit
in uitkijkend wachten
op wat op komst is.
En naar het heilige
trage gebaar van voltooiing.
(Kris Gelaude, 'Voor wie woorden zoekt,' Averbode-Forte-2011, p. 115)
Steeds mooier
Leef je
van seizoen tot seizoen,
leef je zo lichamelijk,
zo aards,
als je geschapen bent,
steeds mooier word je,
steeds voltooider.
Veel verlies je,
maar verliezen is winnen,
armer is rijker.
Mens, boom,
van een mens ben je,
mens
getekend door weer en wind,
mens van aarde en licht.
(Hans Bouma, 'Een mens als jij. Gedichten voor lief en leed,' Forte-2013, p. 54)

21. Het nieuwe aangezicht, gebouw 4
Dichterbij
Meer dan je vriend,
meer dan je vriendin.
Een mens
Eén die je kent,
één die je niet kent.
Eén met een eigen vrijheid,
een eigen geheim.
Een klein heelal
rustend in zichzelf.
Weet je plaats,
erken die laatste grens.
Dichterbij
kan verder weg zijn,
afstand dichterbij.
(Hans Bouma, 'Een mens als jij. Gedichten voor lief en leed,' Forte-2013, p. 85)
Wie anders
Wie anders
zou de hemel dragen
dan zij die de van de aarde houden
in een zachtmoedige omarming.
Zij die knielend
groter worden.
Die wakenden onder de sterren,
bewogen door een stem
hun ingeschapen
als hun eigen adem.
Die niet kunnen,
niet willen geloven
dat van de liefde
één korrel vergaat.
Zwaartekracht
houdt hen niet gevangen.
Licht trekt hen op
uit de grond.
Op een dag is het waar,
hemel en aarde
door niets of niemand te scheiden.
En mensen als deze
overal opgestaan.
(Kris Gelaude, 'Voor wie verstilling zoekt,' Averbode-Forte-2012, p. 50)

22. Sporthal met kunstwerk
Je laten raken
Je ritme vertragen
je koers onderbreken.
Aandachtig zijn
zien en horen.
Aanwezig zijn
zintuigen openen
Geïnteresseerd vragen
attent luisteren.
Aanvoelen
meegenomen worden.
Verbonden geraken
geëngageerd worden.
Je laten raken,
Het brengt je in beweging.
(Jean-Paul Vermassen uit K. Janssens en R. Jonkers, 'Levenslang. Woorden voor grote en kleine momenten,' Pelckmans-2011, p. 117)
Als je niet kunt lachen, kun je niet leven!
Welk gezicht heb je op?
Kijk in de spiegel eens naar je gezicht.
Niet naar je haren of naar je make-up.
Kijk verder en dieper...
Je woont achter je gezicht.
Aan je gezicht kan men je kennen.
Heb je een masker op dat je aanpast
naar de omstandigheden, hard en koud,
voor hen die onder je staan,
vleiend en poeslief naar boven toe,
met een standaardglimlach voor de verkoop,
of omdat je ervoor betaald wordt,
vrolijk in de bar, onverschillig op het werk,
uitdagend in het verkeer en gesloten thuis?
Je woont achter je gezicht.
Je gezicht moet de open en eerlijke spiegel zijn
van je binnenkant.
Als je gezicht geen glimlach verdragen kan,
gaat er iets fout aan je binnenkant en is je hart ernstig ziek.
Een koud gezicht komt uit een koud hart.
Genees je hart!
Mensen met zure gezichten
verzuren het leven!
Genees je hart!
Glimlach vanuit je hart
zomaar, voor niets.
Langs de straat, aan het loket,
op kantoor, in de wagen,
op het werk.
Gewoon omdat je 't fijn vindt.
(Phil Bosmans, 'Ja, de optimisten zullen overleven,' Lannoo-2003, p. 42)

23. Stilteplek in het bos
Bij de bomen
Bij de bomen
leef ik weer op
zoals ze
mij herinneren
aan mijn oorsprong,
mij bevestigen
in mijn aardsheid,
mij steken
in mijn zelfvertrouwen.
Bij de bomen
leef ik weer op,
de bomen
zoveel ouder en wijzer
dan ik.
(Hans Bouma, 'Een mens als jij. Gedichten voor lief en leed,' Forte-2013, p. 68)
Laatste bron
Aan de randen
van een overgroeide wereld,
voorbij alle veroveringen
van het weten
is er
de stilte.
Zij was was er
voor de eerste dageraad.
Zij wacht, zij blijft,
met een geduld van eeuwen.
Als ademplek
of als genadig onderkomen.
De ruimte die zij vindt,
wordt uit zichzelf
geladen met afwezigheid,
ondanks de leegte.
Als je haar nadert
hoor dan hoe ze luistert.
Zij is de laatste bron
op aarde
die ons laven zal.
Want zij bewaart
wat onbenoembaar is:
een vingerafdruk
van het heilige.
Kris Gelaude, 'Zonder woorden kan je niet,' Averbode-2016, p.248-249)

24. Bankje in het midden van het bloemenveld
Elke dag nieuw zijn!
Nieuw ben je als je elke morgen
verwonderd kunt zijn
en dankbaar voor het licht van de dag.
Als je juicht omdat je ogen zien,
je benen lopen,
je handen tasten,
als je zingt omdat je hart klopt!
Nieuw ben je als je weet dat je leeft,
als je beseft dat vandaag
de eerste dag begint
van de rest van je leven!
Nieuw ben je als je 'n verse kijk hebt
op mensen en dingen,
als je nog lachen kunt
en genieten van de kleinste
en de gewoonste bloemen
op je levensweg!
Als je over niets meer verwonderd bent,
maak je nooit een wonder mee.
(Phil Bosmans, 'Zonnestralen van geluk,' Lannoo-1999, p. 13)
Landschap
Dromen
dwalen door het landschap
dat achter je ligt,
dat voor je ligt.
Overal stappen,
jouw voetstappen,
Tekens van leven,
onuitwisbaar,
Hoor vogels
zingen je naam,
bomen
vertellen je verhaal.
Dromen,
dwalen door het landschap
dat je oplicht in je ziel,
je vriendelijke toelacht,
landschap
dat op je wacht.
(Hans Bouma, 'Een mens als jij. Gedichten voor lief en leed,' Forte-2013, p. 110)

25. Picknickbank aan de vijver
Beetje zon
Beetje zon
beetje schaduw,
Beetje groen,
beetje water.
Ik leg me in het gras.
Heerlijk stil en rustig.
Even niets meer,
rusten, zijn.
Beetje aarde,
beetje hemel,
God wat is dit fijn.
(Myriam De Keyser uit K. Janssens en R. Jonkers, 'Levenslang-woorden voor grote en kleine momenten,' Pelckmans-2011, p. 53)

26. De dierenstal
Slaapliedje
Bokken slapen in een hok,
kippen slapen op hun stok,
koeien slapen in de stal
maar een poes slaapt overal.
Onder 't grasveld slaapt de mol,
het konijn slaapt in zijn hol,
duiven slapen in hun til,
maar een poes slaapt waar ze wil.
Vliegen slapen aan 't plafond,
onder tafel slaapt de hond,
luizen slapen in je haar,
maar een poes dan hier en daar.
Kraaien slapen in hun eik,
Juliana op Soestdijk,
boeren in de boerderij,
maar mijn poes heel dicht bij mij.
(Willem Willink, uit T. Buul, 'Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is,' Querido-2000, p. 131)

27. Kunstwerk 'Water-weg' aan gebouw 2
De steen
Ik heb een steen verlegd
in een rivier op aarde:
het water gaat er anders
dan voorheen.
De stroom van een rivier
hou je niet tegen,
het water vindt er altijd
een weg omheen...
(Bram Vermeulen, in Noël Bonte, 'Weerbaren. Jezusboek voor jongeren: vissersbrieven van jongeren,' Licap-1996, p. 204)
Er kwam een handelaar
Er kwam een handelaar in pillen die de dorst lessen.
Je slikt er één per week
en je hebt geen behoefte meer om te drinken.
"Waarom verkoop je dit?" vroeg de Kleine Prins.
"Je wint er erg veel tijd mee," zei de handelaar.
"Experts hebben het uitgerekend.
Je wint er 53 minuten per week aan uit."
"En wat doe je met die 53 minuten?"
"Wat je dan wil," zei de handelaar.
"Had ik 53 minuten," zei de Kleine Prins bij zichzelf,
"Ik zou rustig naar een bron wandelen."
(Antoine De Saint-Exupery, 'De Kleine Prins' uit Jos Gregoire, '366 Hoordruppels', Don Bosco Experience)
Folder 'Stilte in zicht'
De folder 'Stilte in zicht' en deze bijhorende webpagina werden voor de Dienst Zinzorg en Pastoraal gerealiseerd door Caroline Faes, Paul Renders en Chelsy Swerts met ondersteuning van Dennis Bruyninckx.