Overslaan en naar de inhoud gaan

Op afdeling Rif werken we vanuit een klinisch psychotherapeutische oriëntatie. Dit betekent dat onze behandeling een dubbele focus heeft. Enerzijds is er een psychotherapeutische component in het behandelaanbod. Hierin wordt vooral gezocht naar zich herhalende patronen die iemand vastzetten in het leven en die in een bewustmakingsproces doorgewerkt moeten worden. De relationele patronen worden makkelijker zichtbaar in een opnamesetting in de behandelgroep, maar ook op de afdeling als geheel. Deze kunnen gespiegeld en gemarkeerd teruggegeven worden aan de patiënt. De beweging die in gang wordt gezet is introspectief/ontdekkend en vereist veiligheid. Vanuit de literatuur weten we dat mensen die emotioneel vastzitten (depressie, angsten,…) de confrontatie met hun achterliggende relationele dynamiek nodig hebben om te kunnen veranderen.

Anderzijds is er een sociotherapeutische component die vooral de focus legt op het dagelijkse leven en wat zich hierin toont of wat hierin (mis)loopt. De sociotherapeut kan in dialoog met de patiënt zoeken naar alternatieven en staat voor de terugkeer naar een (veranderd) leven buiten. Dit vereist een meer directieve en confronterende basishouding die de vinger aan de pols houdt.

Beide componenten moeten goed afgestemd werken zodat een voldoende veilig werkklimaat ontstaat dat echter geen regressieve tendensen bevordert. De juiste dosering vinden tussen confrontatie en introspectie kunnen we zien als een slappe koord waarop we tezamen dansen, teamleden en patiënten. 

We hechten veel belang aan het transfereren van leerervaringen naar de thuissituatie: enerzijds bieden de ervaringen tijdens de opname (binnen) een “spiegel” voor wat thuis (buiten)  gebeurt. Door in het hier-en-nu ander gedrag uit te proberen verandert iets wezenlijks in de relationele positie die men inneemt. Vanaf het begin van de behandeling, maar steeds vaker naarmate het einde nadert, trachten we de verbinding te leggen tussen verleden, heden en toekomst. Ook overleg met de context waarnaar de patiënt terugkeert, gebeurt regelmatig in verschillende fases van de behandeling zodat veranderingen ook kunnen gedragen worden door het systeem van de patiënt.