Overslaan en naar de inhoud gaan

Afdeling Rif boven kenmerkt zich door een ondersteunend afdelingsklimaat waarin mensen de ruimte krijgen om zichzelf te zijn/terug te vinden. We geven niet teveel structuur of duidelijkheid, net om open ontmoetingen met het team te faciliteren die gericht zijn op de ander te leren kennen als andere medemens, met gelijkenissen en verschillen. De geboden nabijheid biedt steun en veiligheid die nodig is om deze uitdaging aan te gaan en zorgt ervoor dat patiënten ook zelf kunnen kiezen met welke teamleden ze een bepaald contact aangaan en onderhouden. Ook houden we rekening met het gegeven dat affectieve stoornissen ernstige gevolgen hebben voor de mogelijkheden die mensen hebben om contacten aan te gaan. Meer bepaald moet de nabijheid een tegengewicht bieden tegen de tendensen tot isolatie en vermijding, eigen aan depressie. We passen ons hierin flexibel aan aan de noden van patiënten. Zo kan het gebeuren dat een bepaalde patiënt op de kamer eten krijgt aangeboden terwijl  iemand anders wordt aangemaand om zo snel mogelijk met de sociaal assistente op zoek te gaan naar een andere woonst.

We kiezen voor een aselectief opnamebeleid en bieden weinig specialisatie in ons behandelaanbod, behalve op het vlak van (chronische) suïcidaliteit en traumabehandeling. Verder werken we holistisch, zoveel mogelijk met de persoon en context als geheel. Mensen die een meer gespecialiseerde behandeling nodig hebben (bijvoorbeeld ernstige anorexia, verslaving, dwangproblemen, primair autisme) worden doorverwezen, liefst al na de intake of het kennismakingsgesprek. Ook mensen met een persoonlijkheidsproblematiek waarbij de hechte groeps- of teamwerking averechts zou kunnen uitdraaien (bijvoorbeeld als door de hechtingsgeschiedenis nabijheid enkel als bedreigend kan worden ervaren), worden doorverwezen naar gespecialiseerde afdelingen voor de behandeling van persoonlijkheidsstoornissen.

Tenslotte willen we benadrukken dat onze benadering op Rif erg van-mens-tot-mens verloopt, een houding die bijzonder krachtig maar ook erg kwetsbaar is. Dit is onze sterkte en onze valkuil. Zeker bij mensen die relationeel hun psychische pijn laten voelen of projecteren, zonder hierover te kunnen reflecteren, is deze basishouding soms moeilijk vol te houden. We moeten ook kunnen bedenken dat deze behandelfilosofie dan ook haar grenzen kan tegenkomen. Indien nodig bekijken we in team hoe we uit de impasse geraken. Alleszins staat vast dat we in deze manier van werken ook steevast met onszelf worden geconfronteerd, een verrijking maar ook een zware last om te dragen. Hierin hebben we elkaar nodig als collega, een luisterend oor, om steeds de moed te vinden om dit vol te blijven houden.