Stel je even voor. Op een dag verlies je het contact met de realiteit om je heen. Je ziet, hoort, ruikt of voelt dingen die er niet zijn of je bent overtuigd van dingen die anderen niet als werkelijk beschouwen. Je ervaart de wereld als vreemd, overweldigend en angstaanjagend. Je merkt bijzondere dingen op, er is van alles gaande en jij bent de enige die ziet en ervaart wat er gebeurt. Je lijdt aan een psychose.
Delta is een open behandelafdeling voor jonge mensen met psychoses in het psychiatrisch ziekenhuis Bethanië. Samen zijn ze verantwoordelijk voor het samenleven en worden hierin ondersteund door het team. Op een doordeweekse dag in december krijgen ze opeens een idee:
‘Zou het niet geweldig zijn als we met z’n allen op shortski zouden gaan?’
En zo geschiedde. Geen alledaags project in een psychiatrisch ziekenhuis. Ik besluit eens te polsen naar de ervaringen van twee patiënten die op skireis vertrokken. Wanneer ik het koffiehuis binnenstap, zie ik Ralf en Dax meteen zitten. Ze lachen honderduit. ‘Het was een heel geslaagde shortski’, werpen ze me meteen toe.
Hoe zijn jullie op het idee gekomen?
Dax: ‘We hadden al eens een survival gedaan in de Ardennen. Daarna begonnen we met enkele patiënten te brainstormen over een nieuw project. Iemand zei: ik wil nog eens gaan skiën. Dat idee kwam opnieuw ter sprake in een groepsgesprek met de psycholoog. Hij pikte het meteen op. Maar daarmee waren we nog niet vertrokken. Hoe gingen we alles praktisch aanpakken? Hoe moeten we de reis financieren? Auto’s wassen bleek niet mogelijk te zijn. Gelukkig sponsorde de directie van het ziekenhuis ons en kregen we ondersteuning van de plaatselijke Rotaryclub. Dat maakte een shortski betaalbaar voor ons. Vervolgens was er nog de skikledij. Die leenden we van vrienden, kennissen en medewerkers van de afdeling. Op een gegeven moment hing een heel lokaal vol met skipakken.’
Was het jullie eerste ski-ervaring?
Dax: ‘Skiën is voor mij een van de leukste sporten die er zijn, ik ski al heel lang.’
Ralf: ‘Ik ben vroeger ook al eens gaan skiën met het werk. Toch was het een beetje aanpassen voor mij.’
Hoe was de reis?
Dax: ‘We vertrokken op donderdagavond met een bus van Skiworld, acht patiënten en twee begeleiders. De bus was een ervaring op zich (lacht). Twaalf uur lang zaten we op een overvolle slaapbus, je ligt dus met je hoofd aan de voeten van de andere. We zaten als sardientjes in een blik. Heel apart.’
Ralf: ‘Voor mij was dat wel belastend. Onder de mensen komen, is moeilijk voor mij. Om 22 uur werden gelukkig de lichten gedoofd en werd het rustig.’
Dax: ‘Ik heb altijd veel gereisd, dus voor mij viel het beter mee. Maar ik had wel rugpijn de volgende dag. Maar hop, we gingen meteen op de latten.’
Hoe was het skiën zelf?
Dax: ‘Alpes d’Huez is een heel leuk skigebied. We verbleven in twee kleine appartementjes in Vaujany, een mooi en rustig dorpje. We gingen skiën in twee groepen: één voor beginners en één voor gevorderden. ’s Middags spraken we af om te lunchen. ’s Avonds gingen we naar de supermarkt en kookten we samen. Iemand uit onze groep had thuis ook spaghettisaus gemaakt en die hebben we ingevroren meegenomen.’
‘Voor mij was het skiën heel plezierig. Niet enkel het sporten. In het ziekenhuis praten we niet veel over onze achtergrond met andere patiënten. Tijdens een skireis ontmoet je elkaar in een andere omgeving. Je leert elkaar op een andere manier kennen. Dan besef je eens te meer: we hebben allemaal veel meegemaakt, maar we zijn eigenlijk allemaal gewoon mensen. Voor even waren we gewoon skiër tussen allemaal andere skiërs.’
Ralf: ‘Ja, het skiën maakte het voor mij ook gemakkelijker om onder de mensen te komen. De skileraar wist bijvoorbeeld helemaal niet dat we een groep uit een psychiatrisch ziekenhuis waren.’
Was het soms ook moeilijk?
Dax: ‘Als je in groep gaat skiën, dan is het leuk dat iedereen op de latten staat. De reis was heel kort en intens en je bent 24 op 24 op elkaar aangewezen. Dat haalt sommigen toch uit hun comfortzone. Voor sommige groepsleden was dat stresserend. Terwijl ze thuis nog heel gemotiveerd waren, waren ze in het begin een beetje humeurig. Maar de balans is vooral positief. We leefden dicht op elkaar in een appartementje en iedereen nam zijn rol op, net zoals in het gewone leven. Iemand gaat brood kopen. Iemand doet ’s avonds inkopen. Anderen koken en doen de afwas. Dat vind ik zo goed aan dit project, het daagt je uit om je grenzen te verleggen. Delta is een afdeling die ons helpt om opnieuw de stap naar de maatschappij te zetten, maar een ziekenhuis is eigenlijk toch een heel beschermde omgeving. Projecten zoals de skireis maken de sprong naar buiten kleiner.’
‘Uiteindelijk ben ik veel langer in het ziekenhuis gebleven dan verwacht, maar dat was nodig om rust te vinden. Sinds 16 oktober 2014 ben ik met ontslag. Een nieuwe, spannende uitdaging. Je komt uit het ziekenhuis en moet opnieuw beginnen. Ik vind het niet gemakkelijk om met familie en kennissen over mijn opname te praten, het blijft taboe. Mensen weten niet goed hoe ze met psychoses of depressies moeten omgaan, terwijl het juist heel menselijk is. Ook werk zoeken is niet evident. Wat zeg je tegen een potentiële werkgever wanneer hij vraagt om het gat in je cv te verklaren? Lieg je omdat je weet dat ze je anders misschien geen kans zullen geven? Zolang ik nog niet terug aan het werk ben, kom ik nog één dag per week in dagbehandeling in Bethanië en ga ik af en toe koken op Delta. Dat doorbreekt mijn week.’
Tot slot, wat is jullie beste herinnering aan de shortski?
Ralf: ‘(Lacht) ’s Avonds een beetje feesten, de après-ski.’
Dax: ‘De twee begeleiders gingen gewoon mee op café. Dat vind ik zo cool aan Delta, de therapeuten en de verpleging profileren zich als mensen, op gelijke hoogte met de patiënten. Ze behandelen ons als mens.’